Toen halverwege vorige eeuw bleek dat loden transportleidingen afgaven en giftig waren, werden ze veelal vervangen door kunststoffen exemplaren. Uit Scandinavische onderzoeken blijkt dat ook kunststoffen leidingen in bepaalde omstandigheden afgeven. Hoe gevaarlijk is dat?
Het is 1838. De Franse uitvinder Henri Victor Regnault zoekt in zijn werkplaats koortsachtig naar nieuwe toepassingen van gasvormig vinylchloride. Na een proef zet hij onbedoeld een fles in het zonlicht. Een paar dagen later ziet hij tot zijn eigen verbazing dat de fles vol zit met wit poeder. Regnault komt erachter dat als vinylchloride aan hitte wordt blootgesteld er een nieuwe stof ontstaat. Hiermee had hij per ongeluk PVC uitgevonden. Regnault meldt zijn ontdekking wel, maar doet er verder niets mee. Hierdoor raakt zijn ontdekking snel in de vergetelheid. Later overkwam de Duitse scheikundige Eugen Baumann ongeveer hetzelfde en gaat hij in veel boeken als uitvinder van PVC de geschiedenis in.
Polyvinylchloride (PVC) is samen met PET en PP is het een van de meest gebruikte thermoplastische polymeren. Omdat PVC goedkoop en eenvoudig te bewerken is, wordt het gebruikt in allerlei industrieën ter vervanging van onder andere hout en beton. Sinds de jaren 60 wordt PVC ook toegepast als materiaal voor waterleidingen, voorheen gemaakt van lood, beton en gietijzer. Inmiddels bestaat het overgrote deel van het Nederlandse leidingnetwerk – circa 54 procent (64420 kilometer) – uit PVC. Binnenshuis zijn leidingen ook veelal van PVC en PE gemaakt – naar schatting zo’n 25 procent van alle Nederlandse woningen. Volgens TNO gaan deze PVC-waterleidingen minstens 50 jaar mee.
Maar uit Deens onderzoek blijkt dat verschillende stoffen van kunststof drinkwaterleidingen – PE, PEX-, HDPE- en PVC-buizen – in ons drinkwater terechtkomen. Onderzoekers vonden phenolen, esters, aldehyden, ketonen en terpenoïden. In Noorwegen werden min of meer dezelfde bevindingen gedaan. In de onderzoeken weken wel de afgifte in de tijd van elkaar af. Volgens het onderzoek van de Deense hoogleraar Erik Arvin vermindert de afgifte van de stoffen na een periode van 60 dagen. Zijn Noorse evenknie Ingun Skjevrak constateert een constante afgifte gedurende een periode van drie maal 72 uur.
Om de afgifte van leidingen en de daarop volgende gezondheidsschade, zoals bij loden en koperen leidingen, in de toekomst te voorkomen, werd in het Waterleidingbesluit Artikel 17g opgenomen:
“De eigenaar draagt er zorg voor dat de materialen en chemicaliën, die gebruikt worden bij de winning, de bereiding, de behandeling, de opslag, het transport of de distributie van leidingwater en de wijze waarop deze worden toegepast, er niet toe leiden dat deze materialen en chemicaliën in een hogere concentratie in het leidingwater achterblijven dan voor het gebruik van die materialen of chemicaliën noodzakelijk is én nadelige gevolgen hebben voor de volksgezondheid.”
Wie de Scandinavische onderzoeken leest, kan concluderen dat kunstoffen leidingen niet volledig voldoen aan deze wetgeving. “Al vijftien jaar wijzen we op de gevaren van hormoonontregelaars, maar er is nog niks veranderd”, vertelt Ana Soto, hoogleraar celbiologie aan de Tufts University in Boston, in het artikel ‘Gevaar uit de Kraan’ in het Algemeen Dagblad. “Nu blijkt dat de stoffen ook in het drinkwater terecht kunnen komen, vraag ik me af: hoe lang gaan de overheden nog wachten vooraleer ze in actie komen?”
Want dat sommige aangetroffen stoffen in het drinkwater schadelijk zijn, staat volgens Soto vast. De stof 4-tert-butylfenol, die in een concentratie van 6,6 ug per liter in één van de geteste buizen werd aangetroffen, heeft bijvoorbeeld een hormoonverstorende functie en kan in deze concentratie leiden tot feminisering van mannelijke foetussen. Dat zou blijken uit laboratoriumproeven met menselijk weefsel. Soto staat niet alleen met haar bevindingen. Zo’n zestig wetenschappers uit de hele wereld pleitten voor een boycot op de productie en verspreiding van hormoonontregelende stoffen, omdat er sterke aanwijzingen zijn dat deze ook bij mensen geslachtsafwijkingen en ziekten kunnen veroorzaken.
Ook Amerikaanse wetenschappers zijn daarvan overtuigd. In het toonaangevende wetenschapstijdschrift Environmental Health Perspectives publiceerden zij dat de ontwikkeling van het geslachtsorgaan bij mannelijke baby’s verstoort kan raken bij normale blootstelling aan weekmakers – die zorgen voor buigzaamheid – zoals ftalaten. Zwangere vrouwen met hoge concentraties ftalaten in hun urine baarden jongetjes met een incomplete vermannelijking, met minder goed ingedaalde teelballen, kleinere penissen en een verkorte afstand van anus tot penis als gevolg. Daarnaast stelden ze bij ratten vast dat er een vergrote kans is op een lagere spermaproductie, onvruchtbaarheid en teelbalkanker.
De Denen richtten hun onderzoek op polyethyleen (PE), het materiaal dat het meeste in huizen wordt toegepast. Zeven dagen lang liet ze het water in de buizen zitten. “We troffen ruim twintig chemicaliën aan die uit het kunststof van de buizen waren gemigreerd”, zegt Arvin. “Negentig procent hebben we nog steeds niet kunnen identificeren. Maar onder de stoffen die we wél konden thuisbrengen, waren opvallend veel alkylfenolen, zoals 4-tert-butylfenol en ftalaten.” Volgens Arvin is de migratie in en rond het huis het grootst. In de hoofdleidingen blijft het water bewegen, maar binnenshuis staat het vaak uren- of dagenlang stil en is de temperatuur hoger. Zodoende zouden chemicaliën makkelijker afgeven
Daarbij geldt ook: hoe kleiner de diameter, hoe meer water er met de binnenkant van de buis in contact komt. Arvin wijst erop dat in het onderzoek amper tien procent van de chemische stoffen zijn gedetecteerd. Van de overige negentig procent weet hij niet om welke stoffen het gaat en ook niet of ze schadelijk zijn. Ook is het nog onduidelijk of de stoffen via onze huid het lichaam kunnen binnendringen bij het douchen. “Voor bisfenol A diglycidylether is bewezen dat ze door de huid kan dringen”, zegt Soto. “Van andere fenolen weten we het nog niet, maar het is aannemelijk dat fenolen die net zo klein zijn óók via de huid in het lichaam komen.”
Wim van de Meent van Kiwa, het instituut dat leidingen keurt op milieu-aspecten en kwaliteit, is het daar niet mee eens. Volgens Van de Meent toont bijvoorbeeld (literatuur)onderzoek aan dat een waarde van 900 ug 4-tert-butylfenol nog geen schadelijke gevolgen heeft voor de volksgezondheid. De eerder genoemde concentratie van 6,6 ug per liter zou dus verwaarloosbaar zijn. Andere aangetroffen stoffen komen volgens Van de Meent in dusdanig lage concentraties voor dat ze onschadelijk zijn. Daarbij zou het totaal aan migrerende stoffen binnen de norm van twee milligram per liter moeten blijven. Van de Meent is nog niet overtuigd van de ernst. “Maar het is goed dat er discussie over komt.”
Kiwa keurt de buizen jaarlijks op basis van recepten die de fabrikanten toesturen. Volgens Van de Meent is deze controle niet waterdicht omdat de interne stoffenboekhouding niet altijd klopt. “Wie kunststof leidingen in zijn huis heeft, raad ik ten zeerste aan om het water ’s ochtends eerst een poosje te laten stromen, zodat de ergste concentraties chemicaliën eruit zijn”, besluit Arvin.
Wil jij er zeker van zijn dat jouw drinkwater vrij is van chemische stoffen? ZeroWater verwijdert chemische stoffen 100 procent uit kraanwater. Daarnaast verwijdert onze filter onder andere kalk, glyfosaat, chloor, PFAS (PFOS/PFOA) en koper.
Interesse? Neem een kijkje in onze webshop.